26 september 2021, TB 26e zondag door het jaar

Amstelveen 26 -09 – 2021 – 26 dhj - B

Numeri 11, 25-29

Marcus 9, 38-43, 45,47-48

In de bijbelverhalen treden voortdurend profeten op. Hebben wij vandaag ook profeten nodig? En wat voor profeten dan? Onheilsprofeten zijn er voldoende. Mensen die zeggen: Als de wereld zo doorgaat, dan gaat ze ten onder.

Kijk maar naar de gevolgen van klimaatverandering en kijk naar de gevolgen van de corona pandemie. Anderen wijzen op de verharding in onze maatschappij, op het individualisme dat nog steeds toeneemt’. Als ik het maar goed heb, dan is dat voldoende’.

Is het een teken aan de wand dat er minder kinderen worden geboren nu de recessie langer duurt? Om kinderen op de wereld te zetten is wel vertrouwen in de toekomst nodig. Onheilsprofeten zijn er genoeg.

Zijn er ook profeten die een positieve boodschap laten horen? Wat is eigenlijk een profeet? Misschien zijn er onder ons wel aanwezig. Een profeet is niet iemand die zomaar in de toekomst kan kijken en ook geen waarzegger.

Een profeet is een man of een vrouw die met God meekijken naar deze wereld.

Ze zijn zo gegrepen door Gods Geest dat zij als het ware vertolken wat God zelf gezegd zou hebben als Hij aan het woord zou komen.

Voor het woord ‘God’ zou je ook kunnen invullen: het Goede, de Liefde, de Verzoening tussen mensen, het Leven dat sterker is dan de dood.

Ieder kan hier zijn eigen vertaling aan geven, als het maar wel te maken heeft met iets dat ons overstijgt en dat we niet zelf kunnen realiseren. Een profeet is steeds iemand die zijn mond open durft te doen en voor zijn mening durft uit te komen.

Dan zijn de profeten niet zo dik gezaaid. We hebben namelijk best onze eigen mening, maar als er om gevraagd wordt houden we toch maar liever onze mond.

Opkomen voor het goede houdt altijd een risico in. In de eerste lezing en in het evangelie hoor je, hoe mensen als het ware de waarheid voor zichzelf willen houden. Als er iets goeds gebeurt bij anderen dan kan dat eigenlijk niet.

’Wij hebben toch het ware inzicht, het ware geloof?’

Jezus zelf is heel ruim: kijk of het goede gebeurt, kijk of mensen gelukkiger worden, kijk of juist de zwakkeren in onze samenleving en de kinderen recht wordt gedaan. Als je hiervoor opkomt en je stem laat horen, dan ben je een profeet.

Hebben we vandaag profeten nodig? Ja, misschien nog wel meer dan vroeger. Onze maatschappij heeft behoefte aan mensen die opkomen voor die waarden waardoor mensen goed met elkaar omgaan.

We hebben behoefte aan een goede vertaling van deze waarden in ons dagelijks leven. Je wordt er niet minder van als je iets voor een ander over hebt. Je wordt eerder rijker als je weet te delen met anderen.

Als om je mening wordt gevraagd, durf je dan op te komen voor de waarden die je heilig zijn?

Durf je ergens anders te zeggen dat je naar de kerk bent geweest en dat het je goed heeft gedaan? We komen langzaam terecht in een samenleving waarin het een profetische daad is om je tot een kerk te bekennen.

We maken allemaal deel uit van de grote beweging van Jezus Christus, die niet zijn mond heef gehouden, maar eerlijk en oprecht zijn mening heeft gegeven. Wij allen hebben bij het doopsel en het vormsel Gods goede Geest ontvangen.

Laten we daar trots op zijn. Laat het voor ons een steun in de rug zijn om te werken aan een wereld waarin mensen met hun gaven kunnen woekeren om anderen nabij te zijn. Om een wereld op te bouwen die eindelijk heel geworden is. Amen.

G. van Tillo

Titus Brandsmakerk