30 augustus 2020, wie zijn leven wil redden

22A Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, 30.8.20 (TB)

 

Jer. 20, 7-9; Rom. 12, 1-2; Mat. 16, 21-27

“Wie mij wil volgen moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen”. Dat is de boodschap die wij vandaag meekrijgen. Soms denk je wel eens: het is niet zo vreemd dat het evangelie in onze samenleving van vandaag moeilijk verstaan wordt. Want wat staat er meer op gespannen voet met onze huidige cultuur dan juist deze opdracht? Wij leren onze kinderen juist op te komen voor zichzelf en te streven naar een goed leven. Hoe verdraagt zich dat met elkaar? Hebben wij een God die het lijden van de mensen wil? Bedoelt Jezus dat we moedwillig op zoek moeten gaan naar lijden?

Beste mensen, als we het in die richting zoeken zitten we op het verkeerde spoor. Heel het evangelie spreekt immers over bevrijding, verlossing. Nee, we weten heel goed dat het lijden vanzelf komt. Het hoort gewoon bij het leven. De vraag is alleen hoe we er het beste mee omgaan. Zijn we vooral op onszelf gericht en proberen we alle pijn en risico’s te vermijden? Of willen we een echt leven leiden, waarin liefde voor anderen een centrale rol speelt, en daarbij de pijn en teleurstelling accepteren die daar ongetwijfeld ook bij zullen komen?

Eigenlijk weten we het allemaal uit eigen ervaring. Belangrijke keuzes in het leven gaan altijd gepaard met pijn. Wie vader of moeder wordt weet dat deze keuze, naast het geluk waarvan hij of zij droomt, veel inspanning, teleurstelling en verdriet mee zal brengen. Maar het is de liefde en de hoop die ons drijft. Wie zich inspant als vrijwilliger, binnen of buiten de kerk, kent naast voldoening ook altijd tegenvallers en pijn. Toch kan dit ons er niet van weerhouden soms belangrijke idealen na te streven. Zo zien we sommige jongeren enkele jaren van hun leven investeren in de gezondheid en het geluk van mensen in ontwikkelingslanden. Ook dat gaat niet zonder tegenvallers en teleurstellingen. Maar het is het geloof in hun missie, die hen door de pijn doet heengaan. We zien ook ouderen die soms jarenlang mantelzorg verlenen aan hun dierbaren. We zien mensen die met veel geduld en liefde de zorg voor vluchtelingen op zich nemen. Allen handelen ze uit liefde voor hun medemensen. Hun geloof en hun liefde doet ze de pijn verbijten.

Jezus geeft ons een korte les in levenskunst: “Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie het leven verliest om Mijnentwil, zal het vinden”. Met andere woorden: wie alleen op zichzelf gericht is, zit op een dood spoor. Hij zal het echte leven niet vinden. Maar wie omwille van Jezus, dat wil zeggen vanwege liefde en trouw, zijn leven inzet voor anderen, die zal het ware leven vinden. Dat vraagt wel dat het eigen ik wat minder centraal komt te staan, dat er wat ruimte gemaakt wordt voor de ander. Het vereist soms ook dat we het kruis dat we op dat pad tegenkomen werkelijk op ons nemen, er niet omheen lopen. Want zonder kruis is er geen opstanding. Dat geldt ook in ons eigen leven: te veel angst voor pijn en teleurstelling zou ons geheel verlammen. Wie echt iets wil, moet het lijden erbij nemen.

We zien dat ook bij de profeet Jeremia in de eerste lezing. Hij worstelt met zijn missie. Hij heeft kort tevoren een pak stokslagen gehad en is in een schandblok te kijk gezet voor zijn stadsgenoten. Nu verwijt hij God dat Hij zijn profeten verleidt tot een onmogelijke taak. Het spreken van het woord van God brengt hem in de samenleving iedere dag schande en smaad. (Het zou haast de dag van vandaag kunnen zijn.) Hij voelt zich erin geluisd en denkt erover zijn taak maar terug te geven. Maar dan voelt hij toch weer het oude vuur in zijn binnenste branden. En door alle vertwijfeling heen groeit opnieuw zijn vertrouwen en moed om zijn missie te volbrengen.

Ook de persoon van Petrus wordt ons vandaag als voorbeeld gesteld. Vorige week was hij nog degene die Jezus beleed als de Messias en de zoon van God. En Jezus noemde hem de steenrots waarop Hij zijn kerk zou bouwen. Maar enkele verzen later wordt Petrus door Jezus hardhandig gecorrigeerd, als blijkt dat Petrus zijn oude Messias-beeld niet kan loslaten. Hij kan nog niet het idee accepteren dat de Messias zal moeten lijden. Jezus noemt hem zelfs een Satan, een dwarsligger op zijn weg naar Jeruzalem. In plaats van een tegenstander te zijn, moet Petrus achter Jezus komen staan. Alleen dan zal hij zijn belangrijke rol als leider van de jonge kerk kunnen spelen. Zo moeten ook wij in ons leven soms bepaalde beelden of verwachtingen loslaten. Het lukt niet altijd zoals je zelf gedacht had. Een (ernstige) ziekte kan je plannen doorkruisen. Je kinderen maken soms andere keuzes dan je gehoopt had. Dat is moeilijk, maar ook Gods wegen zijn niet altijd onze wegen; soms vraagt het leven ons mee te gaan in nieuwe richtingen.

Durven wij het aan om het zwaartepunt van ons leven niet in onszelf te zoeken, maar bij God en bij de ander? Of houden we liever halsstarrig vast aan onze eigen ideeën, onze trotse autonomie, waarin geen plaats is voor ‘uit handen geven’? Het evangelie van vandaag lijkt te zeggen: wie zijn leven, zijn eigen mooie dromen en verlangens niet kan loslaten, verliest dat waar het eigenlijk om gaat. Het echte leven met zijn diepere zin gaat aan je voorbij, als je je niet overgeeft aan de bestemming die God zelf voor jou heeft voorzien.

Kortom, jezelf verloochenen en je kruis opnemen betekent niet: ophouden jezelf te zijn. Het betekent wel: durven leven vanuit de liefde. Jezelf minder centraal stellen, ruimte maken voor de ander. Je kan niet tegelijkertijd Jezus volgen en jezelf volgen. Maar jezelf een beetje uit het centrum halen en de ander daarin toelaten, kan alleen vanuit de ervaring van je geliefd te weten. Ieder die ooit verliefd was, kent deze ervaring. God heeft ons het eerst liefgehad, zegt de evangelist Johannes. Vanuit die beleving worden wij uitgenodigd de liefde aan elkaar door te geven. En daarbij moeten we ons kruis opnemen, dat betekent onze beperkingen aanvaarden. Wat dat precies inhoudt, is voor ieder van ons weer anders. Maar ieder weet dat voor zichzelf.

Leven vanuit de liefde en daarbij de beperkingen en teleurstellingen die op je pad komen aanvaarden. Het is een moeilijke opgave, maar het is de moeite waard en het is te doen, zegt Jezus. Want “mijn juk is zacht en mijn last is licht”. We mogen leven met deze belofte. Een andere weg bestaat er niet in Jezus’ ogen. Alleen wanneer het zaad sterft in de aarde, zal het honderdvoudig vrucht dragen. Niemand leeft voor zichzelf, wij leven en sterven voor God onze Heer, we leven voor elkaar. Daarin ligt onze roeping, zo worden we beeld Gods, want zo zijn wij oorspronkelijk bedoeld. Amen.

PLK