13 september 2020, vergeven is overleven

24A Vergeven is overleven, 13.9.20 in TB

 

Jezus Sirach 27, 30 – 28,7; Romeinen 14, 7-9; Mattheüs 18, 21-35

Hoe vaak moet ik mijn broeder vergeven, vraag Petrus aan Jezus. Het accent ligt blijkbaar op moeten. Vergeven is iets wat moeite kost. Dat doen we niet gauw vanzelf. Dat moeten we leren. Het zit niet zo in onze natuur. Oog om oog, wraak voor aangedaan leed of op zijn minst: schadevergoeding eisen, dat is wat we gewend zijn. En dat wordt zelfs sterker: onze samenleving lijkt meer en meer een claimcultuur te krijgen. Ik zie je wel bij de rechter!

Waarom vindt Jezus vergeven dan toch zo belangrijk? Misschien wel op de eerste plaats om haatcirkels tussen mensen te doorbreken. Onze neiging om wraak te nemen, om anderen met gelijke munt terug te betalen, lijkt wel een oerinstinct. Zeker in de omgang met de vijand kan dit mechanisme lang voortduren en de samenleving ondermijnen.

Maar vergeven is ook een kwestie van eigenbelang. In die zin is vergeven een voorwaarde voor overleven en in vrede verder gaan. Want wie niet vergeeft straft daarmee allereerst zichzelf. Daar komt nog iets bij. Het gaat niet alleen om het vergeven van anderen, maar ook om vergeving van jezelf. Het kunnen accepteren van je eigen tekortkomingen of eerder gemaakte fouten in het leven. Wie niet met een zekere mildheid naar zichzelf kan kijken, leeft voortdurend in onvrede.

Misschien vraagt u zich af of de samenleving wel zit te wachten op zoveel zachtmoedigheid. Jezus vindt zijn basis hiervoor in zijn beeld van God. Hij ziet God als een barmhartige Vader die geen wraak neemt voor het onrecht dat hem wordt aangedaan. Denkt u maar even aan de parabel van de verloren zoon. Maar hoeveel mensen zijn er niet die zich hun in het verleden gemaakte, reeds lang vergeven fouten, beter herinneren dan God.

Tegelijk is het ook een goddelijke opdracht aan ons dat wij net zo vergevingsgezind zijn als God. Wij bidden hier ook dagelijks om in het Onze Vader. Vergeef onze schulden zoals ook wij onze schuldenaren vergeven. Wie zelf niet wil vergeven, sluit zich daarmee ook uit van de barmhartige liefde van onze gezamenlijke Vader.

Vergevend in het leven staan betekent dus allereerst jezelf wat ruimte geven, ophouden jezelf te hoge eisen te stellen, jezelf op te jagen en jezelf steeds verwijten te maken als iets niet lukt. Wie zal een ander kunnen vergeven, als hij niet eerst vrede vindt met zichzelf? Daarvoor kan het soms nodig zijn eerst ons beeld van God kritisch te zuiveren. Wie God kan zien als degene die altijd van ons blijft houden, de Vader die op ons wacht, kan ook milder staan tegenover zichzelf en anderen. Laten we proberen onszelf te zien zoals God ons ziet. God kijkt naar het grote geheel, de hele context van ons levensverhaal. Hij begrijpt beter dan wij dat ieder mens ook slachtoffer is van zijn geschiedenis en omstandigheden. Hij kent onze goede wil maar ook onze onmacht. Daarom kan Hij ook mild zijn.

Maar moeten we altijd vergeven? Is dat wel mogelijk? Zijn er geen dingen die nauwelijks te vergeven zijn? Denk maar eens aan kindermisbruik of aan terreurdaden. Daarover kunnen we slechts heel voorzichtig spreken. De vraag om verzoening kan ook te vroeg gesteld worden. Soms is het kwaad zo groot en verwoestend dat het niet binnen één mensenleven verzoend kan worden. Vergeven mag nooit verworden tot bagatelliseren. Vergeven is niet hetzelfde als vergeten.

Juist als vergeven echt moeilijk wordt, is het goed te bedenken hoe vaak wij in ons leven al vergiffenis hebben ontvangen. Want niemand is volmaakt. En als we beseffen hoe mild en geduldig God met ons omgaat, waar halen wij dan het lef vandaan om niet hetzelfde te doen naar onze medemensen. En nogmaals, het is ook in ons eigenbelang. Onverzoenlijkheid houdt verbittering en wrok in stand. Vergeving leidt tot innerlijke vrede, de basis van menselijk geluk.

Zo is immers het leven van mensen: altijd onvolmaakt. Tarwe en onkruid komen in ieder mensenleven voor, hoorden we pas. Zonder vergeving kunnen we niet leven. En als wij anderen niet kunnen vergeven, hoe zouden we dan onszelf kunnen vergeven? Je vergeeft en wordt vergeven. Het gaat om één en dezelfde beweging. In het Onze Vader bidden we: geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden… Brood en vergeving hebben we allebei broodnodig in het leven. Als we beseffen dat we als mensen regelmatig tekort schieten, is een vergevende God onze enige uitweg. God moet wel een vergevende God zijn. Dit geloven wij op gezag van onze Heer en broeder, Jezus Christus. Laten we mild zijn voor elkaar. Amen.

PLK